In december heb ik mijn opleiding tot Nalatenschapscoach afgerond. Ik heb veel geleerd over hoe in Nederland de wet en de mogelijkheden zijn wat betreft nalaten en erven, hoe het zit als je samenwoont of op verschillende manieren getrouwd bent of juist alleenstaand bent met of zonder kinderen. We hebben geoefend met berekenen van erfbelasting en hoe je als coach of executeur families, met of zonder onderling gedoe, kan begeleiden. Voor mij voelt het als een combinatie van uitpluizen en dichtbij mensen staan en begeleiden. En die combinatie, daar krijg ik veel energie van. Mijn plezier in de bètavakken van de middelbare school samen met mijn ervaring in coachen die ik de laatste jaren veel heb opgedaan.
Rondom de Kerst ging de denkmolen aan in mijn hoofd. Hoe ga ik hier bekendheid aan geven, op welke manier wil ik mijn nieuwe vak van coachen bij voorbereiden van nalatenschappen en afwikkelen van erfenissen vormgeven, wat is daarbij mijn eigen manier?
In het laatste blok van de opleiding had ik al besloten om ‘Bojang’ aan te houden als naam. En op die middag viel nog een kwartje. Uit mijn logo met het proces van groeien, van zaadje naar bloem naar vrucht, heb ik juist het symbool van delen gekozen als de o in Bojang. En daar gaat het precies over bij nalaten: delen wat je hebt met je familie en vrienden. Dat kan via de wet maar ook via een testament waarmee je precies kunt regelen zoals je het wilt.
De molen in mijn hoofd draaide door. Wat is dan mijn eigen manier? Waar gaat dat over? Ondertussen kreeg ik via de post een bijzonder kerstcadeautje van een oud-studiegenoot: een vel decemberzegels. Een cadeautje waarmee ik aan anderen een cadeautje kon sturen. Ik was er door geraakt, iemand die al heel lang ken, waarmee ik per mail contact heb naar aanleiding van mijn blogs, die aan de ander kant van het land woont, voelt schijnbaar waar ik mee bezig ben: delen.
Delen heb ik van mijn moeder geleerd. Zij bewaarde altijd wat eten voor de onverwachte gast, zij gaf aandacht en zorg aan heel veel mensen, als we iets kregen dan zei ze altijd ‘samen delen hè’ en ook al was het vakantiehuisje al vol met zeven eigen kinderen er konden altijd nog neefjes en nichtjes met ons mee op vakantie.
Ik heb inmiddels mijn eigen vormen van delen gevonden. Door te breien en haken voor anderen, mijn huis open te stellen voor langdurige logees, mensen in Gambia te steunen als ze het moeilijk hebben. Daaronder zit altijd het delen van het allerbelangrijkste: liefde.
Langzaam kwam een zin in mijn hoofd op tijdens die Kerstvakantie: delen is vermenigvuldigen. Als je deelt dan ontstaat er meer. Materieel klinkt dat misschien gek, als je iets weg geeft heb je zelf minder. Voor mij voelt dat anders. Een vest breien voor iemand anders geeft mijn plezier, tijdens het maken en tijdens het geven, geeft de ander warmte, fysiek en door aandacht, het verbindt ons. Zo is die bol wol vermenigvuldigd tot warmte, aandacht, liefde en meer.
Aan het eind van de Kerstvakantie stond het voor mij vast dat ‘Delen is vermenigvuldigen’ helemaal past bij Bojang. Ik las nog eens het kaartje van mijn oud-studiegenoot. En daar stond die uitdrukking gewoon op. Ik kon hem nog niet vatten toen ik hem de eerste keer las, nu was het een feest van herkenning. Dank je wel Kirsten voor het delen!