Het verlies van mijn laatste ouder, wat deden wij met de spullen?

Dick Wittenberg schreef een boek en een artikel voor de Correspondent met als titel ‘Wat doen we met de spullen’. Zijn artikel eindigt met een oproep: wat is jou het meest bij gebleven van de afwikkeling van de nalatenschap van je laatste ouder. Een oproep waar ik als nalatenschapscoach met veel plezier op in ga!

Er bestaan veel verhalen over gedoe met een erfenis, ruzie bij de kist, families die uit elkaar vallen na het wegvallen van de ouders. Dit is een ander verhaal. Een verhaal over hoe het op een fijne manier gegaan is, waarbij de verbinding in de familie juist beter is geworden. Spullen die aanleiding waren voor een feestje. Met mooie herinneringen aan geliefde ouders. Ik schat in dat er daar veel meer van zijn, meer dan de ‘gedoe-verhalen’.

Samen de klus klaren

Mijn vader stierf op 25 juli 2014, één dag voor de verjaardag van mijn moeder die in januari 2010 overleed. Hij wilde op de verjaardag bij haar zijn. In de laatste vier jaar zonder haar, voelde hij zich diep eenzaam. Niemand kon haar plaats invullen, de leegte opvullen. Hoeveel bezoek hij ook kreeg, niets hielp. In het voorjaar van 2014 gaf zijn lichaam al aan dat het op was, zijn hart vond 89 jaar heel actief zijn wel genoeg. Bijna stierf hij ‘in het harnas’ in zijn eigen tuin. Hij gaf ons nog paar dagen om aan het idee te wennen dat het nu echt ging gebeuren. Na een mooie begrafenis, waar herinneringen aan goede tijden centraal stonden, kwam de voor de hand liggende vraag: wat doen we met de spullen?

Van mijn moeder hebben we geleerd voor elkaar te zorgen, te delen en het goed met elkaar te hebben. Een mooie basis om de ‘nalatenschapsklus’ met elkaar te klaren. Tijdens de begrafenis zei een tante ‘dit is niet alleen een afscheid van Jaap maar ook afscheid van mensen die we alleen bij hem op de verjaardag tegen kwamen’. Ik had me dat niet gerealiseerd, een verbindende vanzelfsprekende factor viel weg. 

Bewaren en verzamelen

De grootste materiële nalatenschap van mijn vader was het zelfgebouwde huis waar hij meer dan 40 jaar heeft gewoond. Mijn vader was een verzamelaar. Van spullen die hij bij een boer uit de schuur plukte of over waren van een klusje bij iemand. Hij sloeg ze op in de dubbele garage, voor, naast, boven en in de kelder onder de auto die er nog maar net in paste.

Mijn moeder was een bewaarder. Ze bewaarde de 50 jaar oude papieren van mijn vaders bedrijf, notities met bedragen hoeveel onze rijlessen hadden gekost, sunlight zeep voor als er weer oorlog zou komen, geruite bijna doorzichtige dekens, reserve handdoeken, foto’s en bidprentjes van familie tot drie generaties terug, de wieg waarin veel meer dan alleen haar eigen baby’s hun eerste maanden hebben doorgebracht en nog veel meer. Samen hielden ze van antieke klokken. Gelukkig liepen ze niet allemaal en als we de gewichten maar niet opdraaiden dan sloegen ze ook niet.

Het huis zou in de verkoop gaan. De makelaar vertelde ons wat er nog in mocht staan om het verkoopklaar te verklaren. Er was werk aan de winkel. We hebben er ongeveer 6 maanden over gedaan. Vanuit de waarden die mijn moeder ons meegaf is er geen onvertogen woord gevallen. Ieder deed wat die kon en wilde, alles bij elkaar klopte het precies. 

Iemand kwam om de klokken te taxeren, helaas tegen een bedrag dat mijn ouders zou schokken. De oud-ijzer-boer werd blij van ons, bij de stort begonnen ze ons te herkennen. Een neef kwam gereedschap redden voor een project in Nicaragua. Nog steeds waren er veel spullen die wij zelf niet wilde hebben. En er waren genoeg dingen om wel te bewaren om daarmee de herinneringen aan een meestal fijne jeugd vast te houden.

Op een zaterdag stond ik bij een textielcontainer met oude kleren van mijn moeder. Ineens stond ik met tranen in mijn ogen met de jas in mijn handen waarmee ze vele wandelingen had gemaakt. Zomaar die jas weggooien, daarmee een stukje van haar bij het afval zetten, wilde ik dat wel? Een paar tellen later won het verstand en ging de jas de container in. De herinneringen aan haar wandelplezier zaten in mijn hart, niet in haar jas.

Garage sale

Mijn jongste zus had altijd al een stille wens een keer een rommelmarkt te organiseren. En hier was haar kans, een garage-sale om de overgebleven ‘goede’ spullen kwijt te raken. Familie in de buurt werd uitgenodigd, op de site ‘meuk is leuk’ kwam een berichtje. Op de bewuste zaterdag stond een bord op het fietspad voor de deur. Zoals bij een echte rommelmarkt stonden de opkopers al vroeg op de stoep. Een andere zus bleek een groot talent voor onderhandelen te hebben. Het lukte haar een goede prijs te krijgen die we met wat spijt afstonden aan onbekenden.

Later druppelden de bekenden binnen. Een nicht nam een boek mee, waarin ze het handschrift van mijn moeder vond. Een buurjongetje kocht de vishengel van mijn vader voor 10 cent. Een voorbij rennende buurvrouw van om de hoek kwam in haar sporttenue terug om de oude gordijnen op te halen waarvan ze dan weer kussens zou maken. Een scouting-vriend nam moeders mooiste kopjes mee voor zijn vrouw. Een vriendin wilde wel de geblokte theedoeken. 

De garage raakten leger en leger en nog was er meuk over. Wat te doen? We kwamen erachter dat een week later de jaarlijkse rommelmarkt van de scoutinggroep in het dorp zou plaats vinden. ‘Onze’ scoutinggroep, waar wij allemaal bij hadden gezeten. Na een telefoontje kwamen ze met een aanhanger al onze overgebleven spullen ophalen. Zij konden er hopelijk nog wat aan verdienen en wij hoeven de de spullen niet alsnog zelf naar het stort te brengen.

En toen kon het ‘Te koop’ bord in de tuin. De huizenmarkt was in 2014 niet zoals nu. Er kamen kijkers maar nog geen kopers. Gelukkig hadden we een man uit het dorp die het gras maaide en wat bekenden uit het netwerk van mijn broer die tijdelijk onderdak zochten zodat er leven in het huis bleef. Bijna een jaar na het overlijden van mijn vader was er een stel dat de charme van het huis herkende en er voor viel. Ze betaalden de prijs die mijn vader altijd voorspeld had.

Afscheid van het huis

Met de verkoop zouden we definitief afscheid gaan nemen van ons ouderlijk huis. En van het huis waar zoveel mensen zoveel gezelligheid hadden ervaren. Dat moment wilden we niet zomaar voorbij laten gaan. Een week voor de overdracht kwamen alle overgebleven familieleden en vrienden van mijn ouders nog één keer genieten van hun geliefde plek. Zo kreeg mijn tante nog een keer de kans om afscheid te nemen van de mensen die ze niet meer zou zien op de verjaardagen. 

In een stralende zon vierden we met zijn allen de verbondenheid die er was gegroeid in de jaren dat twee families één werden. Het werd een feest met een speech van mijn zus en de kleinkinderen in de bediening. Een nicht van vaderskant maakte het mogelijk dat een schoonzus van moeders kant erbij kon zijn. Andere neven en nichten deelden enthousiast foto’s uit de grote stapel van mijn moeder uit aan familieleden die er op stonden. De dankbaarheid van ‘de oudjes’ om elkaar toch nog een keer te ontmoeten was groot. Wat had mijn vader hier graag bij willen zijn, hij was de gangmaker op vele feestjes. In die traditie namen we afscheid van het huis, van onze jeugd. 

Tradities blijven

Op de verjaardag van mijn vader nadat het huis verkocht en het geld verdeeld was, zijn we met zijn allen gaan eten in het restaurant waar mijn vader regelmatig een Russisch ei at. Dat deden wij die avond ook. En we spraken af dat we alle tradities van de familie in stand zouden houden, samen Sinterklaas en Kerst vieren en elkaar blijven ontmoeten in Zeeland. Een restje contact geld hebben we in een pot gedaan. Om bloemen te sturen aan een zieke tante, een overleden oom of samen een dagje uit te gaan. Om de familieband in stand te houden.

Ik ben blij en trots dat wij met elkaar met veel liefde en zorg de nalatenschap van mijn ouders hebben afgewikkeld. Onze erfenis heeft de mooie dingen in een familie naar boven gehaald.