Bijna twee jaar geleden overleed de laatste oom van mijn moeders familie. Een oom van de koude kant zoals ze dat bij ons thuis noemde; de man van de zus van mijn moeder. Mijn moeder had zeven zussen en één broer, mijn vader acht zussen en twee broers. En met iedereen hadden zij, meer of minder, contact. Dat betekende drukke verjaardagen en ontelbare familiebezoekjes.
Zoveel ooms en tantes betekende nog meer neven en nichten. Om het beeld van de grote familie compleet te maken: de ene opa en oma hadden tweeëndertig kleinkinderen en de andere opa en oma zesendertig. Sommige neven en nichten kenden wij, mijn twee broers en vier zussen, heel goed en sommige nauwelijks.
Inmiddels zijn er al heel wat begrafenissen in de familie geweest. Steeds een mooie gelegenheid om ooms, tantes en neven en nichten te ontmoeten. Zo ook vorig jaar bij het afscheid van de oom van de koude kant.
Deze oom en en zijn al eerder overleden vrouw hadden geen kinderen. Wel meer dan 1000 eierdopjes, een heuse miniatuur spoorbaan, zelf geborduurde decoraties, vijf verschillende originele NS-uniformen en een huis uit de jaren zestig dat nog in de oorspronkelijk staat verkeerde. De laatste maanden van zijn leven woonde mijn oom in een verpleeghuis vlakbij zijn geboortedorp. Toevallig kom ik regelmatig in die buurt en heb ik hem daar een keer op gezocht. Door zijn dementie ontmoette ik een hele andere man dan de oom uit mijn kinderjaren. Hij was vrolijk, enthousiast en nee aan zijn vrouw dacht hij niet meer. Door dat bezoek kwam ik in contact met zijn ‘warme’ familie, een broer en een neef.
Een paar maanden na zijn overlijden belde de neef mij. Het bleek dat de oom en tante een heel eenvoudig testament hadden. Dat betekende dat de broers en zussen van beide families erfgenaam waren. Omdat een groot deel daar al van was overleden kwamen ook de neven en nichten en zelfs achterneven en -nichten in beeld. Iedereen opgeteld bleken er vijfendertig erfgenamen te zijn, waarvan het overgrote deel aan de kant van de tante, onze kant dus.
Vijfendertig mensen kregen iets te zeggen over de nalatenschap. Daardoor zou het een ingewikkeld proces kunnen gaan worden. Met de eierdoppen, de miniatuur spoorbaan en het verouderde huis in gedachten was de verwachting niet erg hoog van de erfenis. Maar het moest wel geregeld worden. De jongste broer van de oom wilde dat wel op zich nemen, met hulp van de notaris en de bewuste neef. Ik werd de ‘vertegenwoordiger’ van onze familie om de communicatie te vergemakkelijken.
Weer een paar maanden verder had iedereen een handtekening via een notaris gezet om de erfenis te aanvaarden en om de broer te machtigen de erfenis af te handelen en te verdelen. Het eigen huis zou nog iets opleveren dus de nalatenschap zou positief uitvallen. Toen op een dag bij alle erfgenamen de aangifte voor de erfbelasting in de brievenbus viel hebben vele neven en nichten grote ogen opgezet, zijn bijna van de stoel gevallen of kropen in de telefoon om hun verbazing uit te spreken. De oom bleek langdurig en effectief belegd te hebben. Het positieve bedrag overtrof ver de waarde van het huis.
Naast verbazing kwamen er bij mij ook allerlei vragen op. De oom en tante hebben altijd heel zuinig en sober geleefd, nooit hun huis aangepast aan de moderne tijd en tijdens verjaardagsvisites zeiden ze gretig ja op een tweede gebakje. Waarom hebben ze niet meer genoten van hun rijkdom? Waarom hebben ze zich niet wat meer luxe veroorloofd? Ze hadden iedere dag twee gebakjes kunnen eten, een ruime mooie badkamer met een veilige cv ketel kunnen hebben, een huis aangepast aan de lichamelijke beperking van mijn tante, en nog veel meer. Of was het sparen van eierdopjes, spelen met de trein en samen borduren hun rijkdom? Maakte juist de eenvoud in het leven hen gelukkig? Was genoeg al heel veel voor hen?
Binnenkort ontvangen alle erfgenamen hun deel. We gaan een feestje vieren met de neven en nichten. Elkaar weer ontmoeten, met misschien wel twee gebakjes per persoon. De tante en oom eren door te genieten van het leven.
Inmiddels jeuken mijn handen om nalatenschappen zoals die van mijn oom af te wikkelen, met respect voor ieders manier van leven, vol geduld met grote families, op een adequate en heldere manier.